qibtii 5

04-11-2012 13:29

 

Oefening 27

Het schrift is gevallen, het ligt op de grond.
Het spijt me, dat is uitverkocht.
Het spijt me, we zitten helemaal volgeboekt.
Het stormde veel afgelopen najaar.
Het vliegtuig kwam naast de baan terecht.
Het vliegtuig landt op het vliegveld.
Het vriest vannacht
Het waaide erg hard vanmorgen.
Het zal me een worst wezen
Het zou fantastisch zijn als je mee gaat

Hier kan ik écht niet aan beginnen.
Hier vult u uw persoonlijke gegevens in
Hij bidt vijf keer per dag
Hij danst de hele avond.
Hij danste de hele avond.
Hij gaat fietsend naar school.
Hij gaat ieder weekend vissen.
Hij geeft het boek terug aan zijn leraar
Hij gelooft zijn ogen niet
Hij had beter moeten weten.

Hij had de hele avond gedanst.
Hij heeft de hele avond gedanst.
Hij heeft de hele zomer vakantie bij de zee doorgebracht.
Hij heeft een brief zitten schrijven
Hij heeft geen trek in kaas
Hij heeft genoeg van die melk
Hij heeft in de zee gezwommen.
Hij heeft mijn fiets geleend
Hij heeft trek in een broodje
Hij heeft verstand van tuinieren.


 

Oefening 28

Oefening 29

Oefening 30

Hij heeft weinig vrienden op school.
Hij heeft zich nog nooit gebrand.
Hij heeft zin in een biertje
Hij herinnert zich de naam van dat meisje niet
Hij houdt alles voor zich
Hij is een beetje dom geweest.
Hij is een gevoelige jongen
Hij is geslaagd voor zijn rijexamen
Hij is heel erg boos op zijn broer
Hij is naar het eiland gezwommen.

Hij is vandaag laat thuis gekomen
Hij kent het verschil niet tussen mijn en dijn.
Hij ligt op de grond te tekenen
Hij lijdt aan een ernstige ziekte
Hij loopt niet in zeven sloten tegelijk.
Hij loopt op zijn tenen
Hij moet hard werken om nog op tijd klaar te kunnen zijn.
Hij moet het wat rustiger aan gaan doen.
Hij passeert mij met een rotvaart
Hij raadt het antwoord.

Hij raadt naar het antwoord.
Hij rookt wel twintig sigaretten per dag.
Hij studeert aan de universiteit
Hij trekt zijn trui uit
Hij vraagt de juf om hulp
Hij wordt verdacht van diefstal
Hij zit op zijn geld.
Hoe gaat het?
Hoe kon dat zo gebeuren?
Hoe laat is het?