qiibti 6

04-11-2012 13:27

Oefening 31

Oefening 32

Oefening 33

Hoe laat vertrekt de trein naar Amsterdam ?
Hoe zag hij eruit?
Hoe zat dat ook alweer ?
Hoeveel kost dat?
Hoeveel mensen heb je uitgenodigd?
Hoeveel verdien jij per uur?
Hoge bomen vangen veel wind.
Iedereen kiest zelf een opleiding
Iedereen wil in augustus op vakantie
Iemand de laan uitsturen.

Iemand die naar het bos liep was later verdwaald.
Iemand die veel geld heeft is rijk
Iemand voor het karretje spannen.
Ik begrijp het formulier niet helemaal
Ik begrijp het niet.
Ik beloof je morgen te bellen
Ik ben aan een kopje koffie toe
Ik ben aan het schrijven.
Ik ben bezig met een examen
Ik ben bezig met het plafond van mijn huis te verven.

Ik ben bezig met het schilderen van mijn huis
Ik ben bezig met schrijven.
Ik ben blij dat het erop zit.
Ik ben de hele dag aan jou aan het denken.
Ik ben de hele dag bezig met aan je te denken.
Ik ben een examen aan het maken.
Ik ben eindelijk achter de waarheid gekomen
Ik ben er niet in geïnteresseerd
Ik ben erg op hem gesteld
Ik ben erg sportief aangelegd

Oefening 34

Oefening 35

Oefening 36

Ik ben goed in dictee en rekenen
Ik ben het plafond van mijn huis aan het verven.
Ik ben iemand die snel kan beslissen
Ik ben in het bezit van een nieuwe fiets
Ik ben in Marokko geboren, maar ik woon er niet meer
Ik ben klaar met mijn werk
Ik ben mijn portemonnee verloren.
Ik ben mijn stem kwijt
Ik ben na de les naar huis gegaan.
Ik ben niet tevreden met dit cijfer

Ik ben niet van plan om te stoppen met leren
Ik ben trots op mijn zoon
Ik ben vanavond laat thuis, ik moet overwerken.
Ik ben vandaag naar het park gelopen.
Ik ben voor mijn examen geslaagd.
Ik ben zeker van mijn zaak
Ik bestel een spijkerbroek uit de catalogus
Ik breng mijn fiets naar de fietsenmaker
Ik denk dat het bijna twaalf uur is.
Ik denk dat we naar rechts kunnen.

Ik denk niet dat we nog op tijd komen.
Ik doe de afwas nadat we gegeten hebben
Ik doe er wel een papiertje om
Ik doe het voor de grap
Ik draag niet graag een zware tas
Ik durf niet in het water te duiken
Ik fiets elke dag ongeveer een uur
Ik ga altijd door de week een keer zwemmen
Ik ga even bloemen kopen.
Ik ga lopend naar de bakker